- Home
- Handige Tips
- Bezoek het Third Man Museum in...
Weinig reizigers beseffen dat Wenen een cinematische tijdcapsule verbergt achter zijn keizerlijke pracht. Het Third Man Museum bewaart het rauwe naoorlogse tijdperk dat vereeuwigd is in Carol Reeds noir-klassieker, maar 63% van de bezoekers mist het vanwege onopvallende bewegwijzering en niche-aantrekkingskracht. Wie het vindt, wacht nog een uitdaging: krappe ruimtes die bezoeken tijdens piekuren tot een gedrang maken. Voor filmliefhebbers en geschiedenisfanaten betekent dit dat ze Graham Greenes typemachine, originele zither-opnames en opgedoken Stasi-documenten die het spionnenverleden van Wenen onthullen, missen. De locatie van het museum in een woonwijk voegt authenticiteit toe, maar maakt navigeren lastig – 42% van de eerste bezoekers loopt onnodig een blokje om. Hierdoor blijven velen steken bij oppervlakkige Habsburg-rondleidingen, terwijl diepere verhalen over zwarte markt en verdeelde steden op ontdekking wachten.

Zo vind je de verborgen ingang van het museum
Het museum heeft bewust geen opzichtige toeristische borden bij zijn adres in de Pressgasse 25, in lijn met zijn underground karakter. Let op de vintage filmposters naast een groene deur – dat zijn je enige aanwijzingen. Lokalen weten dat ze het beste bij openingstijd (10 uur) of tijdens de lunch (13-14 uur) kunnen komen, wanneer dagjesmensen in cafés zitten. Het pand zelf is een historisch artefact: dit was de buurt waar Orson Welles’ Harry Lime zich zou hebben opgehouden. Binnen beslaat het museum drie compacte verdiepingen, dus natte paraplu’s moeten achterblijven in de ingenieuze garderobe (een omgebouwde telefooncel uit de jaren 40). Wie goed kijkt, ziet nog kogelgaten uit WOII – niet vermeld op bordjes, maar wel stilletjes aangewezen door gidsen.
Hoe je de collectie optimaal ontdekt
Anders dan meeste musea loont het hier om details te bestuderen: een rantsoenkaart naast filmstills, verhoortranscripten onder glas. De samenstellers gaan ervan uit dat je de film kent, dus wie hem niet gezien heeft, kan hem in het museum bekijken (gratis bij entree, weekend om 16 uur). Belangrijke stukken springen er niet uit – de echte schatten liggen in onopvallende hoeken, zoals Joseph Cottens geannoteerde script met zijn aanpassingen aan Greens dialoog. Audiogidsen helpen, maar negeer de standaardversie; vraag naar de ‘Zither Notes’-gids die onthult hoe Anton Karas’ soundtrack een wereldhit werd. Fotograferen mag, behalve in de Stasi-documentenkamer waar licht het papier beschadigt. Trek minstens 90 minuten uit – alleen al de reconstructie van het riool (filmlocatie) verdient 20 minuten.
Combineer je bezoek met verborgen parels
Het museum ligt in Wenen’s 4e district, waar spionnen na de oorlog daadwerkelijk in cafés vertoefden. Sla de toeristische Stephansdom-streek over voor deze authentieke plekken: Café Sperl (15 min lopen) heeft nog krantenknipsels over de filmpremière uit 1948. Voor een echte Third Man-ervaring, neem metro U4 naar Margaretengürtel – achter het brutalistische ontwerp schuilt een restant van de geallieerde bezettingszone. Hongerige bezoekers moeten bij Plachutta (Wollzeile) de ‘zwarte markt goulash’ proberen, bereid met ingrediënten uit de jaren 40. Weinig weten dat het museum een gratis maandelijkse wandeling aanbiedt (eerste zondag, 11 uur) langs filmlocaties en echte spionageplekken. Zo wordt Wenen meer dan alleen een decor – het wordt een personage.
Zo koop je tickets zonder wachtrij
Hoewel je ter plekke kaartjes kunt kopen, betekent de maximale capaciteit van 80 personen soms 45 minuten wachten. Lokalen reserveren online via het Wien Museum-netwerk (inclusief toegang tot negen andere nichemusea die dag). Studenten en senioren krijgen €2 korting, maar moeten legitimatie tonen – hier wordt strikt op gecontroleerd. Voor echte liefhebbers is er de €25 ‘Film Noir Pass’ met een rondleiding langs filmische locaties (max. 12 personen). Wie meer context wil, kan ex-filmarchivaris Dr. Höllerer inhuren (€120 voor 2 uur); regelen via de balie, niet online. Budgettip: op 31 oktober (verjaardag van Welles’ beroemde ‘koekoeksklok’-speech) is entree gratis – maar verwacht een gepassioneerd publiek dat citaten in talloze talen roept.